Huur je een woning, dan ben je wettelijk verplicht om een verzekering te nemen die je huurdersaansprakelijkheid dekt. Als huurder moet je de woning op het einde van de huurperiode in dezelfde staat achterlaten als bij het begin van je huurperiode.

De verhuurder neemt meestal zelf ook een brandverzekering voor het gebouw. Daarin kan hij een clausule ‘afstand van verhaal tegen de huurder’ opnemen. In dat geval draai jij als huurder zelf niet op voor de schade die je onvrijwillig veroorzaakt aan het gebouw. Je zou dan, zo luidt alvast de theorie, voor schade aan het gebouw geen brandverzekering meer moeten nemen. Eenvoudig en goedkoop dus …

Maar die theorie klopt niet helemaal. Een clausule ‘afstand van verhaal tegen de huurder’ geeft de eigenaar van het pand meer zekerheid, maar brengt ook risico’s mee voor jou als huurder.

• Je hebt geen idee of de brandverzekering, die de eigenaar nam, voldoende ruime waarborgen biedt. Volstaan de verzekerde kapitalen wel? Zo niet, dan kan de eigenaar zich nog altijd tegen jou keren als de brandverzekeraar eventuele schade maar gedeeltelijk vergoedt.
• Als de eigenaar de premie voor zijn brandverzekering niet betaalt, dan wordt die brandverzekering geschorst. Er is dan geen dekking. Als er zich een schadegeval voordoet, zal de verzekeraar dus niet tussenkomen. Jij loopt het risico dat je zelf voor de schade moet betalen.
• De brandverzekering van de eigenaar vergoedt geen schade aan jouw eigen spullen. Je neemt dus best sowieso een brandverzekering voor je inboedel, eventueel met een diefstaldekking.
• Ook als jouw inboedel schade veroorzaakt aan anderen, zoals de buren, ben jij aansprakelijk. De brandverzekering van de eigenaar komt hiervoor nooit tussen.

Conclusie? Huur je en heeft de eigenaar in zijn brandverzekering een clausule ‘afstand van verhaal tegen de huurder’ opgenomen? Dan neem je toch best nog zelf een brandverzekering om je huurdersaansprakelijkheid en je inboedel te verzekeren. Zo ben je er zeker van dat je zelf niet opdraait voor eventuele schade.