Een tijdje geleden fietste Emma naar de bibliotheek. Ze zette haar fiets netjes in de fietsenstalling, terwijl ze boeken ging halen. Toen ze even later uit de bibliotheek kwam, merkte ze dat de koplamp van haar fiets afgebroken naast het wiel bengelde. Het was winter en het begon al donker te worden. Met een zware rugzak vol boeken besloot ze het er toch op te wagen.
Was Emma in fout? Ja, de verplichte uitrusting van haar fiets was niet in orde. Ze overtrad het verkeersreglement en kon dus een boete krijgen als ze door de politie werd tegengehouden.
Weet je niet of je fiets aan de verplichte uitrusting voldoet? Ontdek hier hoe je je fiets in orde brengt.
De verplichte uitrusting van de gewone fiets is het meest uitgebreid omdat die het meest in het verkeer voorkomt. Deze onderdelen moet de gewone fiets volgens het verkeersreglement hebben vooraleer je hem mag gebruiken in het verkeer:
- een bel, die je moet kunnen horen op 20 meter van de fiets
- een witte reflector vooraan
- een rode reflector achteraan
- gele of oranje pedaalreflectoren aan beide pedalen
- minstens twee gele of oranje reflectoren op de wielen of de banden. De reflectoren op het wiel moet je vastmaken aan de spaken en symmetrisch hangen. Je mag ook een reflecterende strook aan beide zijden van elke band voorzien. Een van beide is voldoende, maar een combinatie van beide is toegelaten.
- en tenslotte behoren twee goed werkende remmen ook nog tot de verplichte uitrusting van je fiets: een op het voorwiel en een op het achterwiel
Een mountainbike of terreinfiets heeft minimaal twee versnellingen die je aan het stuurt bedient. Voor wielen van 65 cm diameter moeten de banden een doorsnede van ten minste 3,8 cm hebben. Is de wieldiameter 70 cm? Dan moet de doorsnede van de banden ten minste 3,2 cm zijn. Bij een terreinfiets is er achteraan geen bagagedrager.
Dit behoort volgens het verkeersreglement tot de verplichte uitrusting van een terreinfiets:
- een bel, die je moet kunnen horen op 20 meter van de terreinfiets
- twee goed werkende remmen: een op het voorwiel en een op het achterwiel.
Op een koersfiets of racefiets vind je standaard een koersstuur. De doorsnede van de banden zijn ten hoogste 2,5 cm. Ook bij een racefiets is er achteraan geen bagagedrager.
Volgens het verkeersreglement moet de koersfiets deze onderdelen hebben om in orde te zijn:
- een bel, die je moet kunnen horen op 20 meter van de koersfiets
- twee goed werkende remmen: een op het voorwiel en een op het achterwiel
Bij een fiets met een kleine wieldiameter – ten hoogste 50 cm, banden niet inbegrepen - denken we aan kinderfietsen, vouwfietsen, BMX’en, …
Ook hier horen een bel, die moet je kunnen horen op 20 meter van de fiets, en twee goed werkende remmen (een op het voorwiel en een op het achterwiel) tot de verplichte uitrusting van de fiets.
Hierin maakt het verkeersreglement geen onderscheid. Wil je fietsen in het donker? Dan moet jouw fiets een wit of geel licht vooraan en een rood licht achteraan hebben. Je mag een knipperlicht of vast licht gebruiken. Je mag het licht bevestigen aan jouw fiets of aan de fietser. Dus een hoofdlamp kun je bijvoorbeeld ook gebruiken. Ook bij het vallen van de avond en bij het aanbreken van de dag.
Wist je trouwens dat het wettelijk verplicht is om overdag jouw fietslichten aan te zetten als de zichtbaarheid minder dan 200 meter is?
Is jouw fiets geen gewone fiets, maar een van de andere fietsen? En ga je fietsen in het donker? Dan moet jouw fiets ook reflectoren hebben. Dat geldt ook als de zichtbaarheid minder dan 200 meter is. Heeft die fiets een of twee spatborden? Dan moet hij een witte reflector vooraan en een rode reflector achteraan hebben.
Op die problemen kun je je voorbereiden. Bijvoorbeeld door een fietsverzekering te nemen. Heb je pech of een ongeval met de fiets en kan je fiets niet meer rijden? Dan kun je een beroep doen op je fietsverzekering.